Bart en Ellen zijn bestaande klant sinds 2012 en komen op bezoek voor een mogelijke oversluiting. Hun hypotheek bestaat uit twee delen: een helft aflossingsvrij en een helft banksparen. Verder is er een overlijdensrisicodekking uit 2012 op twee levens.
De afweging
Nadat we inkomen, vermogen, pensioen en wensen hebben geïnventariseerd, maken we een vergelijking tussen oversluiten en aanpassen. We besluiten tot het laatste, omdat Bart en Ellen bij oversluiting namelijk ook afkoopkosten op het bankspaarleningdeel betalen, die niet binnen een redelijke termijn terugverdiend kunnen worden.
De oplossing
De oplossing voor het vraagstuk ligt bij een aanpassing van de hypotheek bij de huidige verstrekker waarbij we:
- het deel aflossingsvrij kunnen middelen naar een nieuwe 10-jaars termijn, zonder afkoopkosten;
- het deel banksparen laten doorlopen, waarbij Bart en Ellen € 10.000 spaargeld in die rekening storten, zodat de maandelijkse lasten dalen en over die 10.000 geen vermogensbelasting meer betaald wordt per 2021;
- een korting verkrijgen van 0,4% op beide leningdelen door het aanleveren van de actuele marktwaarde.
- de overlijdensrisicodekking beëindigen en vervangen door een nieuwe dekking die vrijwel een gelijke premie heeft, maar een langere looptijd, zodat nu tot 68 jaar (pensioenrichtleeftijd) verzekerd is.
De voordelen
Op deze wijze zijn hun wensen vervuld tegen veel lagere kosten dan bij een oversluiting: Bart en Ellen betalen namelijk geen afkoopkosten en geen notariskosten. Bovendien zou een oversluiting in hun situatie niet tot lagere lasten hebben geleid.